Reisverhalen

Maaike en Inge in Italie – DEEL 2 – Versteende lichamen, piemels en dure tiramisu

Inge & ik zijn in Italie! De Amalfi kust om precies te zijn. We hebben de Vespa trip geboekt, een semi groepsreis, waarin we – hoe kan het ook anders – roadtrippen met een traditionele Vespa-scooter. In deel 1 zijn we er net en hebben we onze eerste kilometers erop zitten. Vandaag staan we op het punt om naar Pompeï te scooteren.

Vandaag is de route met de scooter wat minder spectaculair. De bestemming is daarentegen des te interessanter. We gaan naar Pompeï!

Even opfrissen: Pompeï was een oude stad in de buurt van de stad Napels. Toen de Vesuvius in 79 na Christus uitbarstte, werd de stad bedolven onder 4 tot 6 meter puimsteen en vulkanische as. Hierdoor konden de gebouwen en monumenten van de stad grotendeels behouden blijven waardoor we inzicht krijgen in het Romeinse leven. Een gids gaat met ons mee om ons meer over de oude stad te vertellen.

Slimme lampen

In twee uur tijd loodst ze ons door de geschiedenis heen. We zien het Forum van Pompeï, de tempel van Apollo en bekijken een villa uit die tijd waar goed duidelijk wordt hoe slim ze waren. Zij hadden geen Philips Hue lampen, maar om toch licht in het donker te creëren, plaatsten ze op de vloer witte stukjes marmer. In het voorste gedeelte van het huis bevond zich een open hemelkoepel, zodat het licht van de maan weerkaatste op de stukjes marmer. Dit lichtte op en boem, je had licht!

Rode oortjes

‘We gaan nu naar het drukstbezochte huis van Pompeï, wie weet wat dat kan zijn?’ vraagt onze gids. ‘Een bordeel?’ zegt iemand uit de groep voorzichtig. De gids lacht. ‘Klopt!’

In het bordeel van die tijd werkten voornamelijk Griekse vrouwen. De Romeinen konden hier niet goed mee communiceren, maar daar hadden ze iets op bedacht. Boven de kamertjes hingen tekeningen. Op de tekening zag je wat je in dat kamertje kreeg. Een soort menukaart, dus. Een aantal van deze afbeeldingen zijn goed bewaard gebleven. Met een grijns bekijken we de verschillende – soms expliciete – afbeeldingen.

Daarop voortbordurend wijst de gids ons later een aantal penissen aan. En geen kleintjes. De joekels van piemels liggen soms letterlijk op straat of zitten op de muren. ‘In die tijd was dit heel normaal. Het staat voor mannelijkheid en macht. Waarden die in de Romeinse cultuur heel belangrijk waren,’  aldus onze gids.

Lichamen van 2000+ jaar oud

Wat het meeste indruk maakt, zijn de ‘versteende’ lichamen. Ze zijn meer dan 2000 jaar oud. De lichamen – overigens niet echt versteend – zijn vergaan. Op het moment dat de Vesuvius uitbarstte, zijn de lichamen onder een laag van as en stenen bedekt. Dit liet een holle ruimte achter. Toen de lichamen ontdekt werden, bedacht de Italiaanse archeoloog Giuseppe Fiorelli een manier om de lijken te ‘restaureren’. De holle ruimtes werden met gips gevuld, zodat het een soort afgietsel werd. Het resultaat is indrukwekkend. We zien verschillende lichamen van Romeinen en dieren in de laatste seconden van hun leven.

 

Na twee uur zweten in de oude stad, stappen we weer op de scooter. Onze volgende stop is het schilderachtige dorpje Vico Equense waar we met een klein deel van de groep lunchen. Het uitzicht van het restaurant is fenomenaal. Na de lunch is het tijd om af te koelen bij Meta Beach. Een groot – zwart! – zandstrand met uitzicht op de kliffen. Het is heerlijk verkoelend na zo’n zweterige dag.

Italiaanse karaokeshow

In het dorpje St. Agatha zijn verschillende restaurantjes. Als we voor die avond eentje zoeken, worden we door een ouder mannetje aangesproken. We kijken hem lachend aan. ‘Hebben jullie pizza en pasta?’ De man knikt hevig. ‘Muziek?’ Weer knikt hij. ‘Tiramisu?’ En weer een knik. ‘Oké! Dan gaan we hier eten,’ zeggen we lachend.

Omdat het ’s avonds nauwelijks afkoelt, nemen we plaats in de tuin. We bestellen cocktails, pizza en tiramisu en genieten van de reuring om ons heen. Als er later ook een soort karaokeshow begint, is het feest compleet. Met Italiaanse liedjes op de achtergrond voelt het nu toch wel écht als vakantie. Maar zelf zingen? Die slaan we (deze keer) even over.

Haarscherpe bochten

Op onze derde en laatste dag aan de Amalfi kust rijden we naar Monte Faito. Het is een route meer landinwaarts en weg van het toeristische pad. De weg er naartoe gaat bergop. En dat is in het begin wel even wennen. Sommige bochten zijn haarscherp, waardoor het onmogelijk is om te zien of er verkeer van de andere kant aankomt. De eerste twee smalle bochten hebben we net de pech dat er een auto aan komt en we van schrik afremmen. Maar remmen op een helling? Dat is niet slim.

‘Eraf, eraf!’ roept Inge terwijl ze de rem in knijpt. De scooter helt opzij en ik spring er net op tijd af voordat we allebei omvallen. Hoewel we niet anders konden dan remmen, zijn deze wegen daar niet bepaald geschikt voor. Als ik weer zit, gaan we verder omhoog en gebeurt bij de tweede bocht hetzelfde. Weer spring ik er snel af en Inge houdt de Vespa in het gareel.

We halen even een paar keer diep adem en proberen het opnieuw. Vanaf dat moment rijden we probleemloos verder naar boven. Bij een uitzichtpunt stappen we allemaal af en lopen een stukje door de Italiaanse wildernis waarna we getrakteerd worden op een prachtig uitzicht. Andere toeristen zijn er niet. We zien meters diep de baai liggen en aan weerszijden van ons zien we de kliffen. Het is hier prachtig.

Luxepoezen

Ons eindpunt is nog een stuk hoger, het bergdorp Villaggio Monte Faito. We zien vanaf hier ook de Vesuvius opdoemen. Na een flinke fotosessie nemen we plaats in het restaurant en bestellen – hoe kan het ook anders – tiramisu.

Op de terugweg stoppen we voor de lunch in Sorrento. Inge en ik lopen naar een restaurantje toe dat ik via Google Maps heb gevonden. Het restaurantje zit in een drukke straat, maar zodra we binnenstappen is er een oase van rust. Er hangen kitscherige schilderijtjes en tal van kleurrijke bloemen en planten. Enige minpunt: geen airco. En we hebben het bloedheet.

Het zweet komt overal vandaan, zelfs uit mijn armen. Met een vies gezicht veeg ik mezelf een beetje af met een servet. Dankbaar bestellen we een fles water. Als de obers langskomen met voor ons allebei een glas champagne en een amuse van een soesje met gelei kijken we elkaar aan. ‘Volgens mij is dit best een luxe tent,’ zeg ik tegen Inge. Zodra we de menukaart openklappen, wordt dat nog eens verder bevestigd.

Tiramisu-test

Toch blijven we zitten waar we zitten, want de gerechten op de kaart lijken ons heerlijk. We bestellen risotto met wortel, pompoen en carpaccio van vis en cannelloni om te delen. Het is alsof er engeltjes op onze tongen piesen. Als toetje nemen we voor de zoveelste keer deze reis een stuk tiramisu. Na de eerste hap rollen onze ogen weg in ons achterhoofd. Dit is de winnaar van de tiramisu-test. Hij is perfect. De rekening van 82 euro betalen we met een glimlach, want dit was een fantastisch restaurant.

Die avond nemen we opnieuw plaats in een goed restaurant. Met ongeveer de helft van de groep sluiten we onze Vespa-avonturen aan in het dorpje bij ons hotel. We wisselen verhalen uit en genieten van een soort Italiaanse tapas. Van verschillende kaasjes en worst tot aan caprese salades en bruschetta’s met verschillende toppings.

Door naar Napels!

Inge en ik hebben nog één dag voordat we terugreizen naar Nederland. We pakken in Sorrento voor een paar euro de trein naar Napels. Het is wel even wat anders dan de NS, we zitten in een lawaaiig boemeltreintje zonder airco.

Napels is een oude stad. Het bestond al voor Rome en heeft zich ontwikkeld als een belangrijke havenstad. De stad staat bekend dat zij de bedenker zijn van de échte pizza, de sterkste espresso (die je met veel suiker  moet drinken) en van de Argentijnse voetbalgod Diego Maradona. De schaduwkant van de stad is het vele afval op straat, grote werkloosheid en de maffia.

Wat een trappen

Na de trein pakken we de metro. Als we uitstappen, zitten we middenin het centrum. Het is nog een kwartiertje lopen naar ons hotel, maar met onze koffer van 23 kilo is het bijna niet te doen. Als we in een doodlopende straat terecht komen, zuchten we vermoeid. Met deze stenen stenen, ongelijke straten rolt de koffer voor geen meter. En optillen is ook niet te doen.

Als Google Maps aangeeft dat we omhoog moeten, kijken we elkaar met onze bezwete koppies ellendig aan. We zien een trap. Een héle hoge trap. Dit wordt sjouwen.

Inge tilt de koffer op en sjouwt ermee naar boven. Ik hobbel erachteraan. Nog maar een klein stukje, dan zijn we er.

Feestelijke afsluiter

In het hotel frissen we ons dankbaar op. Daarna gaan we opnieuw de hitte in om het centrum te verkennen. Ondanks het vele afval op straat, oogt de stad mooier dan we van tevoren gedacht hadden. Er zijn veel smalle en schattige straatjes, op elke hoek van de straat wordt Maradonna geëerd en we zien veel verschillende restaurantjes.

Die avond sluiten we onze vakantie af met een laatste Italiaanse maaltijd op het terras. Als we zijn uitgegeten, halen we nog een ijsje en gaan dan terug naar ons hotel. Om vier uur worden we door de shuttle opgehaald. Het is alweer voorbij, tijd om terug te gaan naar Nederland.

Arrivederci Italia! 

 

 

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.