Zwarte Cross: ‘Vaak bu-j te bang’
Vaak bu-j te bang; hét motto van de 21e editie van de Zwarte Cross. Het is nu iets meer dan een week geleden dat ik mij – voor het eerst – vier dagen onderdompelde in het Achterhoekse feestgedruis. En man, man, man ik ben nog steeds aan het bijkomen.
Eigenlijk is het onbegonnen werk om in pak ‘m beet vierhonderd woorden te beschrijven hoe het festival van donderdag tot en met maandagochtend was. Ik stijldanste spontaan een rondje met een oudere man met een cowboyhoed, dacht heel even tijdens een gesprek met een jongen dat hij over mij heen zou braken, omdat er wel een héél raar geluid uit zijn keel kwam. En ik zag een vrouw in een piemelpak en met een rubberboot stagediven.
Geen serieuze gesprekken
Al die gekke dingen horen er ook gewoon bij! Ik kan mij niet herinneren dat ik in het hele weekend ook maar één serieus gesprek heb gevoerd. We hebben het Achterhoekse ‘noaberschap’ zo goed mogelijk uitgevoerd. Na de nodige wijntjes zag ik onze Twentse buren stuntelen in het donker met hun tentje en besloot ik ze een handje te helpen.
Dat mondde uit in een vriendschap voor een heel weekend. Bijna iedere avond gingen we met elkaar op pad om samen bier en wijn te drinken en te zingen en te dansen. Wij leerden hun de meest idiote Friese woorden (iets met jerrebarre, opsokkebolje en markels).
Zij leerden ons op hun beurt allerlei Twentse woorden en zinnetjes, zoals snoet’n spekken (zoenen) en stoet kop’n (brood kopen) en het zinnetje ‘heianeihad’. Dat laatste kreeg ik maar niet mijn strot uit. Iedere keer als ik het probeerde, lagen ze weer in een deuk. “Maandagochtend moet je het kunnen zeggen!” riepen ze allemaal, maar helaas faalde ik ook maandagochtend jammerlijk…
Sinterklaasje kom maar binnen
Sinterklaas kwam de campingkroeg binnen en iedereen zong luidkeels ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’. Er werd touwtje gesprongen in de tent met meegenomen touw of aan elkaar geknoopte shirtjes. Er werden mensen natgespoten bij de cross.
Ik lag in een soort hangmat, keek naar een show van Dikke Dennis en stapte met mijn hoogtevrees in het reuzenrad. Er werden op de camping partytent-races gehouden en wildvreemden vroegen of ze een hapje van je pizza mochten (en je vervolgens gewoon ja zei).
Woodstock
Nog maar eventjes en dan maak ik mij op voor het volgende fantastische festival: Woodstock. Ik geloof dat ik het motto van de Zwarte Cross er ook daar nog maar even in hou: ‘Vaak bu-j te bang!’