“Ik wil rust”
‘Waar doe ik het allemaal nog voor?’ fluisterde hij zacht terwijl hij voor zich uitstaarde. Het werd steeds moeilijker om adem te halen, omdat zijn gesponnen web van leugens hem steeds dichter omsloot. Het was hem verboden om te vliegen, omdat hij ziek was. Al langere tijd, maar hij had het genegeerd. Vliegen gaf hem altijd een oppermachtig gevoel. Het maakte hem normaal gesproken euforisch, behalve vandaag. Het gevoel was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een lamlendig gevoel. Er was niemand die naar hem omkeek. Niemand die hem kon helpen, omdat niemand het begreep. Dat kon ook niet, want hij begreep het zelf geen eens!
Een traan rolde over zijn wang, terwijl hij de pook naar beneden duwde om de landing in te zetten. Hij sloot zijn ogen en wenste voor de stilte. Het deed zo’n pijn in zijn hoofd en dat zou over een paar minuten allemaal verdwijnen. Het zou weer licht worden in plaats van donker. De storm zou ophouden te razen en plaatsmaken voor rust. De leugens zouden allemaal in één keer verdwijnen.
‘Doe die deur open!’ schreeuwde zijn collega, de piloot. Hij kwam heel even bij uit zijn trance en wierp een blik achterom naar de deur, maar deed niets. Stilletjes bleef hij zitten en keek voor zich uit.
In gedachten ging hij terug naar die eerste keer dat hij in een vliegtuig had gezeten en zelf mocht vliegen. Dat was een geweldige dag. Ook de tijd die daarna kwam was geweldig. Het geld stroomde binnen en er waren vrouwen genoeg die erop kickten dat hij een piloot was. Maar het was ook een harde wereld.
Eentje met veel concurrentie en waar je je eigen zwaktes niet kunt laten zien. Als je je uitliet over een gebroken hart werd je uitgelachen om je zwakte. Laat staan dat je over een oogziekte kon praten. Dus verzweeg hij het en hoopte hij dat het vanzelf beter met hem ging.
Maar het ging niet beter. De duisternis werd steeds donkerder. Het hebben van zoveel geld bracht ook vijanden met zich mee en de schulden stapelden zich op. Er was geen andere uitweg meer en het vliegtuig begon steeds sneller naar beneden te zakken. Op weg naar de Franse alpen. Hij kon de sneeuw al zien liggen en glimlachte.
Het was een mooi gezicht en een fijne gedachte dat het daar stil zou worden. Nee, hij dacht niet aan de families van de andere mensen. Hij dacht alleen maar aan zichzelf en aan zijn eigen rust. Hij kon het niet langer aan. Hij was ziek, in zijn lichaam maar ook in zijn hoofd. Dit was het laatste redmiddel.
Nog heel even gleed er een glimlach over zijn gezicht vlak voordat het vliegtuig te pletter sloeg. Het gillen in de cabine hoorde hij niet, evenmin het gekrijs van de stewardessen. Hij kon alleen maar lachen, want hij had eindelijk rust.
Dit verhaal is gebaseerd op het waargebeurde verhaal met de Airbus A320 die vorige week crashte.