De bewegende tas
‘Pardon, wilt u even op mijn spullen letten? Ik moet even naar het toilet.’
Ik kijk op van mijn boek en staar naar het oude vrouwtje tegenover mij. Op haar neus pronkt een klein brilletje. Ze wijst naar haar tas en ik stem toe. ‘Geen probleem!’ Ze komt overeind en wandelt voorzichtig door de treincoupé, richting de wc’s.
Het is niet druk in de trein. Voor mij zit een oudere meneer rustig de krant te lezen en iets verderop zitten twee jongens met oordopjes in. De bruinleren tas van de mevrouw staat veilig op de stoel naast mij en ik pak mijn boek weer. Het was net zo spannend! Ik lees verder tot een geluid naast mij mijn aandacht trekt. Verbaasd kijk ik om mij heen, maar ik zie niets. Ik lees weer verder, tot ik weer iets hoor en kijk dan naar de tas. Van schrik schuif ik een eindje opzij. Dat ding beweegt gewoon! Als gehypnotiseerd blijf ik ernaar staren. Heel even kijk ik op, maar ik lijk de enige te zijn die deze beweging ziet. Terwijl ik blijf kijken, gebeurt er niets meer. Ik blaas mijn ingehouden adem langzaam uit en schudt mijn hoofd. Ik heb het mij gewoon verbeeld.
Als ik een halve bladzij gelezen heb, schrik ik weer op van een geluid en kijk er opnieuw naar. ‘Hoort u dat ook?’ vraag ik aan de man tegenover mij die zijn krant laat zakken en mij aankijkt alsof ik ontsnapt ben uit een tbs-kliniek. Dan leest hij weer verder en voel ik mij weer helemaal alleen. Met dat ding naast mij. Misschien moet ik er wel even inkijken. Aarzelend reik ik met mijn vingers naar de sluiting, maar stop dan. Straks is het een vooropgezet plan en sta ik in alle kranten. “Vrouw (23) opent tas en laat gifgas vrij”.
Met enkele tussenpozen begint de bruine tas steeds heftiger te bewegen. De haartjes op mijn armen staan recht overeind. Misschien zitten er wel honderden spinnen of schorpioenen in… Maken die eigenlijk geluid? Het is vast beter als ik opsta en wegloop, maar ik had ook beloofd om erop te passen… Ik weeg mijn opties af en hou mijn ogen erop gericht.
‘Hij doet het weer! Ziet u!’ roep ik iets harder als hij weer beweegt. De man kijkt even, maar er gebeurt natuurlijk niets. Ik zucht en kijk op mijn horloge. Die vrouw is al een tien minuten weg. Dan worden de bewegingen nog heftiger en voel ik hoe ik kippenvel krijg over mijn hele lichaam. Straks zit er helemaal geen beest in, maar een baby. Ik sta op het punt om op te staan en weg te lopen, als het vrouwtje weer terugkomt.
‘Bedankt voor het opletten,’ zegt ze als ze weer naast me gaat zitten. Met een wantrouwende blik kijk ik haar aan.
‘Wat eh… zit er eigenlijk in? Hij bewoog…’
Verbouwereerd kijkt de vrouw mij aan en ritst de tas los. Ik druk mijn lichaam nog dichter tegen de raamkant aan en zie dat de vrouw begint te lachen.
‘Je hoeft niet bang te zijn. Kijk maar.’
Heel voorzichtig buig ik naar voren. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat ook de man nieuwsgierig toekijkt. Als ik er een blik in werp, haal ik opgelucht adem en sla mezelf voor mijn hoofd.
‘Hij is van mijn kleindochter, maar ik weet niet hoe hij uit moet,’ mompelt de vrouw verontschuldigend.
‘Niet te geloven,’ lach ik. ‘Ik heb doodsangsten uitgestaan voor een Furby!’ En schiet hard in de lach.