Het afscheid
Vijfeneenhalfjaar is lang. Heel lang. Vanaf het eerste moment dat ik jou zag, was het raak. Nu is het allemaal voorbij en hebben we afscheid van elkaar moeten nemen en dat doet pijn.
Ik weet nog goed dat ik je voor het eerst zag. Ik raakte je met mijn hand zachtjes aan en voelde meteen zo ’n schokje door m’n lijf gaan. Misschien was het wel liefde op het eerste gezicht, al was je nooit zo spraakzaam.
Al die jaren heb je het trouw met mij uitgehouden en mij nooit zomaar laten staan. We deden van alles samen en hebben dan ook ontzettend veel meegemaakt. Weet je nog de eerste keer dat we door de Mc Drive gingen? Je zat helemaal onder de saus, maar je vond het niet erg. En dan die keer dat we bijna een botsing hadden, maar ik nog nét op tijd kon uitwijken en ons in veiligheid heb gebracht? Dat deed ik allemaal voor jou.
Het spijt me dat ik soms mijn woede op jou afreageerde. Het spijt me dat ik soms al vloekend en tierend op je inbeukte. Je maakte er nooit een probleem van, anders had je wel eerder de handdoek in de ring gegooid. Dus nee, hier geen verbitterde ex.
Ik weet hoe blij ik met je ben geweest en hoe moeilijk ik het vind om afscheid te nemen. Er is inderdaad een ander, ik wilde het je al eerder zeggen, maar dat kon ik niet. Ik kon het niet over m’n hart verkrijgen jou pijn te doen.
Het zou je hart breken dat wist ik. Aan al onze dromen zouden dan ineens abrupt een einde komen. Nu zou ik niet meer met jou die toertocht door Frankrijk maken, maar met die ander en dat spijt me. Ik zag alleen geen andere uitweg meer.
Dus bedankt. Bedankt dat je er altijd voor mij bent geweest. Bedankt dat je mij aan sterkere armspieren hebt geholpen en dat je mij altijd trouw was ondanks dat je af en toe in de winter wat hulp nodig had bij het starten.
Ik vind de winter ook nooit leuk. Dat mag ook als je al acht jaar oud bent. Nu heb je rust, nu hoef je niet meer naar mijn geblèr te luisteren. Bedankt dat je mijn eerste autoliefde wilde zijn en die eerste, dat zul je ook altijd blijven. Ik ga je missen.