
Over die keer dat ik vervloekt werd – en ik niet wist waarom
Ik voelde aan alles dat ik iets verkeerd had gedaan, maar ik had geen flauw benul wat er precies aan de hand was. De ijzige stilte die er viel, was overduidelijk. Op dat moment durfde ik niets te vragen. Toch liet het voorval me niet los. Thuis besloot ik op onderzoek uit te gaan. Wat bleek? Ik had iets gedaan dat dat ik eenmaal thuis navraag ging doen. Wat bleek? Ik had iets ergs gedaan. Mijn opgebouwde karmapunten daalden sneller dan de AEX-index. Wat er precies speelde? Daarvoor moeten we tien jaar terug in de tijd.
Ruim tien jaar geleden werkte ik als schoonmaakhulp bij de Thuiszorg. Meestal had ik mijn vaste adresjes bij oude mensen waar ik één of twee keer per week langskwam om de boel schoon te maken. Meestal hoefde ik niet zo hard te werken. “Mijn vaste hulp is er over twee weken weer, kom jij maar even gezellig kletsen. Wil je een koekje?” Of was het huis al zó brandschoon dat ik voor de vorm tegeltjes schoonboende die waarschijnlijk de week daarvoor ook al waren gepoetst.
Speciale pantoffels
Ik zat lekker in die gezellige schoonmaakflow toen ik door mijn leidinggevende werd gebeld. Of ik vanwege een uitvaller tijd had om bij iemand anders langs te gaan? Natuurlijk! Zo belde ik een paar uur later aan bij een nieuw gezin. Ik had geen voorkennis, dus toen er werd opengedaan stelde ik me vriendelijk voor en stapte naar binnen.
“Wil je je schoenen bij de deur uitdoen?”
“Geen probleem!” zei ik en trok de speciale pantoffeltjes – minstens drie maten te groot – aan.
De man en de vrouw die me verwelkomden, waren nog relatief jong vergeleken mijn andere cliënten. Ik begreep uit hun verhaal dat ze door ziekte wat extra hulp konden gebruiken. Ze wezen me naar de map van de Thuiszorg die ik vluchtig doornam en daarna aan de slag ging.
Afstoffen in de woonkamer
In de meeste gevallen begon ik in de woonkamer met afstoffen. Zo ook hier. Ik werkte in een rondje en tilde voorzichtig de beeldjes uit de vensterbank op en ging zo verder. Het stel was met elkaar aan het praten. Ik luisterde half en stofte verder. Toen kwam ik bij een altaar. Ik stofte eroverheen en het boek dat erop lag, tilde ik op om ook daaronder schoon te maken.
Midden in hun gesprek, stopte het stel met praten.
Ik kon mijn eigen ademhaling horen.
Ik hoorde hún ademhaling.
De sfeer voelde ineens een stuk ijziger aan.
Wat had ik gedaan?
Op naar de bovenverdieping
Ik durfde het niet te vragen. Hoewel de mensen best vriendelijk waren, voelden ze niet heel benaderbaar. De sfeer was compleet omgeslagen, dus maakte ik mijn rondje in de woonkamer af en pakte ik mijn doekjes en schoonmaakspullen en verhuisde naar de bovenverdieping.
Ik was nog niet boven, of de stemmen werden beneden alsmaar luider. Van Nederlands waren ze overgeschakeld naar het Arabisch. Hoewel ik het niet zeker weet, was ik ervan overtuigd dat ze het over mij hadden. Het feit dat het weer stilviel, zodra ik een voet zette in de woonkamer benadrukte dat gevoel nog eens extra.
Ik had geen flauw idee wat ik had gedaan. En zij zeiden ook niets. Na de drie uurtjes ben ik vertrokken.
Het voorval liet me maar niet los. Wat zou er nou zó mis zijn gegaan?
Weg karmapunten
“Neeeee,” zei een vriendin met een geschokt hoofd toen ik het verhaal bij haar uit de doeken deed. “Heb je de Koran opgetild?”
“Ja?” zei ik, me nog steeds van geen kwaad bewust.
“Als niet-gelovige ben je onrein. Je had het boek helemaal niet mogen aanraken! In hun ogen is dat echt respectloos!”
“Als niet-gelovige ben je onrein. Je had het boek helemaal niet mogen aanraken! In hun ogen is dat echt respectloos!”
Shit. Shit en nog eens shit. Dat was niet de bedoeling.
Sindsdien blijf ik met mijn tengels af van altaren en laat ik het liever stof happen dan dat ik weer onbedoeld iets opraap wat niet voor mijn handen bestemd is.
