‘Enne… hoe komt het dat je de ware nog niet hebt gevonden?’ Dat zinnetje irriteert bijna alle vrijgezellen. Wie het zeggen? Kennissen, buren, een oom of een grootouder. Meestal persen de singles hun lippen op elkaar en halen ze hun schouders op. Het allerliefst willen ze een vieze, stinkende zweetsok in die praatgrage mond duwen om ze erover op te laten houden. Goedbedoeld? Ja. Irritant? Heel erg.
Fijn om alleen te zijn
‘Mis je het dan niet?’ is meestal vraag twee.
‘Oh, nee hoor. Ik vind het wel fijn om alleen te zijn,’ wordt er positief gezegd. Daarmee is de kous af, toch? Een standvastige vragensteller snapt de hint niet en gaat rustig verder.
‘Je wordt ook al ouder hè.’
‘Ja. Dat klopt.’
‘Heb je nog geen behoefte aan kinderen?’
‘Nee hoor. Lekker rustig zo.’
Anonieme zaaddonor
In meerdere artikelen over het vrijgezellenbestaan wordt dit onderwerp aangehaald. Sommige mensen met een relatie zien het vrijgezel zijn als iets raars. Zeker als je al midden dertig bent en nog geen kinderen hebt. Er is vast iets met je aan de hand, je bent te kritisch, te onzeker of je hebt een veel te drukke baan.
Als vrouw gekscherend roepen dat je wel een anonieme zaaddonor neemt, levert onthutste en verbaasde gezichten op. In plaats daarvan houdt de single zijn gezicht in de plooi en zegt dat hij de juiste nog niet is tegengekomen. De relatiemensen kijken een tikkeltje meelevend naar de persoon tegenover zich en zien een man of vrouw die elke avond na het stappen een XXL paprika chipszak opentrekt tegen de eenzaamheid. Want zo zielig zijn ze toch?
Niet bijdehand
Gelukkig zijn er ook heel veel mensen met een relatie die dit niet doen. Die hoef je niet bijdehand van een antwoord te voorzien. Want het allerliefst timmer je zulke vragen meteen hardhandig dicht. ‘Als alle vrijgezellen zijn en doen zoals u, blijf ik liever heel mijn leven vrijgezel.’ En zo is dat!