Als ik er tijd voor had gehad, was ik vorige week vrijdag naar de maan gevlogen om een vlaggetje te planten. Ik ben namelijk 25 geworden. En dat is zo’n leeftijd met een mijlpaal. Ik leef al een kwart eeuw en heb hopelijk nog 75 gezonde en fitte jaren te gaan!
Of ik die vrijdag een dansje had gedaan, weet ik niet. Het voelde namelijk wel even als een dingetje. En tegelijkertijd verklaarde ik mezelf voor gek. Doe even normaal. Eet een stuk taart, blaas op een toeter en ga slapen. Het leven gaat de volgende dag als vanouds weer verder.
‘Net’ afgestudeerd
Toch voelt deze leeftijd net even iets anders dan alleen maar een jaartje ouder worden. Het voelt alsof ik nu écht volwassen moet worden. Een trap omhoog moet op de ambitieuze ladder. Dat het nu écht verboden is om maar wat om te klooien, series in bed te kijken met een zak chips naast me en niet mag zeggen: ‘Ja, zie je… ik doe dit nog niet zo heel lang’ en daarom fouten maak. Ik ben niet meer ‘net’ afgestudeerd, ben niet meer ‘de starter’ en moet meer aan die grote, enge toekomst denken. Tenminste… zo voelt het.
Want mijn collega van 28 lachte mij een beetje uit. ‘Negeer dat gevoel! Je verandert verder niet.’ En nu ik een paar dagen 25 ben, weet ik dat het waar is. Ik lach nog steeds als een halvegare om katten- en hondenfilmpjes. Droom nog altijd weg bij Disneyfilms over prinsen en prinsessen en blijf stotteren als een verlegen meisje van 14 als ik tegenover een leuke jongen sta.
Identiteitskaart
Ik blijf gewoon als eerste mijn vader bellen als mijn auto ermee ophoudt en mijn werk blijft voorlopig gewoon nog even mijn werk, iets wat ik met plezier doe. En als er iets anders op mijn pad komt, tackelen we dat tegen die tijd wel weer. Ik ben niet veranderd.
Maar eh… tussen ons gezegd: vraag me bij de supermarkt gewoon om mijn identiteitskaart als ik een fles wijn koop. En als ik je vraag mijn leeftijd te schatten, schat mij dan gewoon 25 of jonger, oké? Dan ebt die angst van het ouder worden vanzelf wel weer weg en zie ik ‘m weer als ik 30 word!