Ik ben zo’n ander type, weet je wel? Ik draag Prada, Gucci en heb ook een Luis Vuitton tas. In mijn kast zijn de meeste pumps duurder dan driehonderd euro. Mijn keuken heeft geen pannen van de action, maar heel dure, speciale kookattributen. En dan mijn kinderen. Zij lopen ook écht niet in H&M kleren rond. Dat doe ik mijn kinderen niet aan. En toch ben ik hier een buitenbeentje.
Vroeger hoorde ik er wel bij. Vroeger ging ik elke middag lunchen met een drietal vrouwen. Op enorme hakken, de duurste jurkjes en een gezicht vol make-up kwamen we de lunchroom binnen. Andere vrouwen draaiden afkeurend hun hoofd de andere kant op. Neerbuigend keken ze ons aan. Wij trokken ons er niets van aan. Meestal aten we een salade waar bijna geen calorie in te bekennen was. Sla, wat komkommer en tomaatjes. De meesten van ons lieten de dressing links liggen. Ik zat vervolgens thuis een grote zak chips leeg te eten, omdat ik zo’n honger had.
Thuis was ik veel alleen, omdat mijn man, Jan, vaak weg was voor zaken. Elke dag weer stond ik weer voor die spiegel mezelf op te maken voor de lunch. Zelfs mijn moeder begon zich ermee te bemoeien. ‘Zo heb ik jou niet opgevoed!’ riep ze dan uit.
‘Ik hoorde eindelijk ergens bij’
Mijn moeder is een typische Hollander. Ze woont in een rijtjeshuis in hartje Almere. Klein keukentje, kleine woonkamer en drie slaapkamers. De bank is al meer dan twintig jaar oud. Aan de muren hangen talloze foto’s van de kinderen en kleinkinderen. Ze trekt het liefst haar bergschoenen of klompjes aan. Ze gaat heel af en toe zelfs op haar klompjes naar de supermarkt! Maar ze is zo lief hè. Ze zegt gewoon: ‘Joh, kind. Doe niet zo moeilijk. Als ik op klompen naar de supermarkt wil, dan doe ik dat.’
Als kind was ik al anders. Ik wilde niet ‘gewoon’ zijn. Toen ik ouder werd, wilde ik met man en macht bij de populaire groepjes horen. Ik pestte meisjes die in mijn ogen lelijk waren. Ze hadden rare rugzakken en vreemde brillen. Ik was niet aardig, maar ik voelde mij geweldig. Ik hoorde ergens bij.
Op mijn achttiende leerde ik mijn huidige man kennen. Hij verdiende veel geld en nam mij vaak mee uit eten. We gingen naar luxe restaurants en ik besteedde steeds meer aandacht aan mijn kleren en make-up. Na een paar jaar zijn we gaan samenwonen en trouwen.
Ik deed mijn best om bij de andere vrouwen te horen. En ik kwam er tussen. Ja, daar in het Gooi is het toch allemaal een beetje anders. Jan en ik kregen twee kinderen. Ik nam net als de andere vrouwen een au pair uit Thailand. Het meisje kende een paar woorden Engels en deed alles wat ik vroeg. Even was ik weer die bitch van vroeger. Als ik een beker melk liet vallen, liet ik haar dat opruimen. Tijdens die lunchafspraakjes werd ik steeds meer een leeghoofd. Mijn studie rechten viel in het niet bij de dames. We konden alleen nog maar over dure merken, andere vrouwen en onze mannen en kinderen praten.
‘We ruimen midden in de nacht zelf hun kots op’
Al een paar jaar ga ik niet meer lunchen. De vriendinnen die ik dacht te hebben, hebben mij laten vallen en weet je? Ik vind het wel goed zo.
Ik werd ineens wakker. Ik zat met die drie vrouwen aan een tafeltje en prikte wat in mijn caloriearme salade. Ik stak een slablaadje in mijn mond en luisterde naar de verhalen over au pairs, dure merken en verre reizen zonder kinderen. Het stak me. Ik stond op, pakte mijn spullen en ben zonder iets te zeggen weggelopen. Thuis heb ik de au pair ontslagen en eerst een potje lopen janken. Was ik nou ook echt zo’n leeghoofd als die andere vrouwen geworden?
Nu worden we als buitenbeentjes gezien, zonder au pair. Jan en ik doen het nu anders. Want wij voeden onze kinderen zelf op. Wij brengen ze zelf naar school, halen ze uit bed en ruimen midden in de nacht hun kots op als ze ziek zijn. We gaan naar hun voetbalwedstrijden kijken. We gaan niet met zijn tweeën weekendjes weg en laten de kinderen bij de au pair achter. Nee, de kinderen gaan mee. Ik wandel veel met de kinderen. De ene keer in het bos. De andere keer gaan we gewoon gezellig naar de kinderboerderij. Ja, met onze duren kleren aan. Dat vind ik gewoon mooi en daar hebben we het geld voor. En toch, tussen al die andere vrouwen met heel veel geld, zijn wij anders. Zonder au pair hoor je er niet bij.
En weet je wat het mooiste is? Ik ben stukken gelukkiger dan toen. Het leven is leuker. Jan en ik vrijen weer. We hebben plezier samen. Onze kinderen zijn geen accessoire. Ze zijn van ons. Een bewijs van onze liefde.
Leuk geschreven!