Het lijkt wel een oorlogsgebied, die slaapkamer van mij. Wel eentje waar net om een wapenstilstand is gevraagd. Het bed, de vloer en mijn nachtkastjes liggen bezaaid met witte zakdoekjes.
Het begon een week geleden op de warmste 15 februari ooit. Buiten leek het wel lente, in mijn bed voelde ik me vooral zielig. Mijn hoofd knalde uit elkaar van de hoofdpijn, mijn lijf deed overal pijn en mijn lichaamstemperatuur wilde maar niet naar beneden gaan. Dus ik sliep en sliep en sliep. Sleepte mezelf af en toe naar de keuken om iets te eten en dwong mezelf om genoeg water te drinken.
Hersendode televisie
De koortsdromen die ik had, maakten me bang. Geert Wilders die zei hoe lief hij me wel niet vond om vervolgens te veranderen in een monster. Vervolgens hoorde ik mijn buurman zeggen dat hij mij níét aardig vond en wilde hij me met de auto omverrijden. Bezweet werd ik wakker en verlangde meteen terug naar vroeger.
Als ik vroeger ziek was, kwam mijn moeder mij altijd een kopje thee brengen. En – als ik daar zin in had – een geroosterd broodje met wat boter. Meestal sleepte ik mezelf uiteindelijk naar de bank in de woonkamer om de hele dag hersendode televisie te kijken en dit af te wisselen met slapen.
En iedere keer stond er weer een vers kopje thee of glaasje ranja voor mijn neus. En mijn ouders wisten altijd dondersgoed wanneer ik weer beter was. Als mijn moeder vroeg of ik soms ergens zin in had en ik ‘knakworstjes’ of ‘bloemkool met saus’ antwoordde, wist zij allang hoe laat het was.
Gebakken ei
Maar vorige week had ik je dat antwoord niet gegeven. Toen bestond mijn avondeten uit een broodje met gebakken ei. En Maaike Schaap die géén warm eten wil, is ziek. Terwijl ik mezelf daar in Amsterdam heel zielig zat te vinden, verlangde ik naar mijn eigen kamer in Nijelamer en de kopjes thee van mijn moeder naast mijn bed. Want hoewel ik heel lieve huisgenoten heb, ze zijn niet zo gek dat ze mij kopjes thee en geroosterde broodjes komen brengen!